Preloader image

Modernisering Energieprestatievergoeding huur

 

Het Besluit Energieprestatievergoeding huur is in 2016 geïntroduceerd en is toe aan een herziening. Daarom staat er nu een internetconsultatie online voor de aanpassing van dit besluit.

 

Met de Energieprestatievergoeding (EPV) kan de “split-incentive” bij vergaande verduurzaming van huurwoningen opgeheven worden. Zowel om technische als om beleidsmatige redenen is modernisering van de EPV gewenst. Een vereenvoudigde EPV die het verhuurders (meestal corporaties) makkelijker maakt tot hoogwaardige verduurzaming over te gaan, helpt bij de klimaatambities uit het Programma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving.

 

Deze wijziging van het Besluit EPV zorgt ervoor dat niet alleen voor zeer energiezuinige (zogenaamde “nul-op-de-meter”) woningen een EVP gevraagd kan worden, maar ook voor woningen die naar het niveau van de Standaard voor woningisolatie gaan. In alle gevallen moet er voorzien zijn in opwekking van duurzame elektriciteit op de woning en een gegarandeerde (door middel van monitoring) opbrengst aan elektriciteit. Met de wijziging kan een EPV gevraagd worden voor all-electric (gasloze) huurwoningen. Dit biedt een concreet handelings- en financieringsperspectief voor verhuurders waarvan de woningen niet op een warmtenet aangesloten zullen worden.

 

De evaluatie en het overleg met de stakeholders, heeft geleid tot de volgende keuzes:
1. De EPV wordt gehandhaafd voor woningen die hoogwaardiger toekomstbestendig worden gebouwd of gerenoveerd.
2. De EPV voor woningen die worden verwarmd door middel van aardgas is van rechtswege vervallen per 1-1-2022 en wordt niet voortgezet. Er zijn geen EPV-woningen met aardgas bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) afgemeld.
3. De EPV voor woningen die worden verwarmd met een (duurzaam) warmtenet wordt niet geactualiseerd met deze wijziging en deze optie wordt momenteel niet voortgezet. Er zijn voor dit type EPV geen afmeldingen (registraties) bij RVO gedaan. Gelet op de wens van verschillende stakeholders, zal zodra het wetgevingskader rondom warmtenetten is vastgesteld (de Wet Collectieve Warmtevoorziening) bekeken worden of en hoe een EPV voor huurwoningen op (duurzame) warmtenetten vormgegeven zou kunnen worden.

 

 

De EPV wordt aangepast met het oog op de volgende uitgangspunten:
1. Vereenvoudiging door gebruik te maken van actuele normen: gebruik van de in artikel
2. van de Regeling energieprestatie gebouwen voorgeschreven beoordelingsrichtlijn.
3. Vereenvoudiging van de monitoringseisen, rekening houdend met de belangen van verhuurder en huurder.
4. Aansluiting van de EPV op normen en instrumenten van het Klimaatakkoord: de Standaard voor woningisolatie als referentie norm voor de EPV-basis6 en daarmee de introductie van een “eenvoudigere” variant op de EPV-hoogwaardig (die vergelijkbaar is met een “Nul-op-de-Meter” type woning).
5. Een beter vastgelegde bescherming van de huurder bij onvoldoende functioneren van de woning: een regeling voor terugbetaling als vastgelegde prestaties van de woning achterblijven.
6. De EPV is blijvend voor de toekomst, maar het kan zijn dat de bedragen aangepast moeten worden. Een logisch herijkingsmoment van de maximale EPV bedragen lijkt 2025, om aan te haken bij het beoogde herijkingsmoment van de afbouw van de salderingsregeling.

 

Daarnaast zal de praktische en administratieve toepassing van de EPV worden ondersteund door:
1. Een online omgeving op de website van RVO, die woningcorporaties/verhuurders en bouwers helpt om stapsgewijs een geslaagd EPV-project te realiseren;
2. Stroomlijning van de procedure om EPV-woningen bij RVO af te melden, met een nieuw “loket”, waar woningcorporaties/verhuurders via de certificaat houdende instanties (die de energieprestatie van de woningen hebben vastgesteld) de woningen kunnen registeren, eveneens in de online omgeving verwerkt;
3. Integratie van de EPV in administratieve software van corporaties (o.a. Cora/Vera), zodat de feitelijke administratieve last bij corporaties wordt verminderd.

 

Voor eengezinswoningen betekent dit concreet:
1. Een grenswaarde voor een EPV-basis: een woning die ten minste duurzame energie levert voor het volledige gebouwgebonden gebruik;
2. Een grenswaarde voor een EPV-hoogwaardig: een woning die ten minste duurzame energie levert voor het volledige gebouwgebonden deel én ten minste 2100 kWh/jaar voor het gebruikersgebonden deel.
Voor meergezinswoningen betekent dit:
1. Een grenswaarde voor een EPV-basis: een woning die ten minste duurzame energie levert voor het volledige gebouwgebonden deel;
2. Een grenswaarde voor een EPV hoogwaardig: een woning die ten minste duurzame energie levert voor het volledige gebouwgebonden deel én 530 kWh/jaar voor het gebruikersgebonden deel.
Deze grenswaarden zijn opgenomen in bijlage I bij het ontwerpbesluit.

 

Voor het complete overzicht van alle documenten kunt u naar de website van de internetconsultatie gaan. Uiteraard kunnen wij u helpen met de wijzigingen die dit besluit met zich mee brengt. Breuers & Cobelens is altijd op de hoogte van de nieuwste regelgeving en kan u helpen om deze zorgeloos te doorlopen.

 

We zijn apetrots op onze klanten!